Als er geen sprake is van IPF, maar bij vormen van longfibrose waar meer sprake is van ontstekingen in de longen dan de vorming van fibrose, dan worden soms immuunsysteem voorgeschreven om ook hiermee te proberen de bindweefselvorming te vertragen. Voorbeelden van zulke medicijnen zijn prednison, mycophenolzuur , azathioprine, cyclofosfamide. In de eerste fase vaak een hoge dosis. Door regelmatige controle kan in een later stadium mogelijk overgegaan worden tot een lagere hoeveelheid.
Daarnaast zijn nu voor mensen met fibrose (andere soorten dan IPF), die niet reageren op immuunsupressie ook fibrose remmers beschikbaar.